Luchtkanaalverwarmingis een apparaat dat wordt gebruikt om lucht of gas te verwarmen, dat regelmatig moet worden geïnspecteerd tijdens gebruik om te zorgen voor het veilige en normale werking. Hierna volgen de inspectiestappen en voorzorgsmaatregelen voor luchtkanalen:
Inspectiestappen
Uiterlijk inspectie:
1. Controleer het oppervlak van de verwarming: controleer of er tekenen van schade, vervorming, corrosie of verkleuring op de buitenste schaal van de kachel zijn. Als er schade is, kan dit de afdichting en veiligheid van de apparatuur beïnvloeden en moet dit tijdig worden gerepareerd of vervangen.
2. Controleer het verbindingsgedeelte: controleer of de verbinding tussende luchtkanaalverwarmingEn het luchtkanaal is strak, of er een losheid, luchtlekkage of luchtlekkage is. Als de verbinding los is gebleken, draai de bouten vast of vervang de afdichtspakking.
3. Controleer het verwarmingselement: observeer ofhet verwarmingselementis beschadigd, gebroken, vervormd of stoffig. Beschadigde verwarmingselementen moeten tijdig worden vervangen. Overmatige stofophoping kan de verwarmingsefficiëntie beïnvloeden en moet worden gereinigd.

Inspectie van elektrische systeem:
1. Controleer de stroomlijn: controleer of de stroomlijn is beschadigd, verouderd, kort circuit of heeft een slecht contact. Zorg voor een goede isolatie van het netsnoer en een beveiligde verbinding van de plug en socket.
2. Meet isolatieweerstand: gebruik een isolatieweerstandsmeter om de isolatieweerstand van de verwarming te meten, die moet voldoen aan de gespecificeerde vereisten van de apparatuur. Over het algemeen mag de isolatieweerstand niet minder zijn dan 0,5 megohms. Als het lager is dan deze waarde, kan er een risico op lekkage bestaan en moet de oorzaak worden onderzocht en gerepareerd.
3. Controleer het besturingscircuit: controleer of de temperatuurregelaar, fuses, relais en andere besturingscomponenten correct werken. De temperatuurregelaar moet de verwarmingstemperatuur nauwkeurig kunnen regelen, de zekering moet normaal werken bij nominale stroom en de contacten van het relais moeten goed contact hebben.

Statuscontrole van het uitvoeren:
1. Startcontrole: voordat de luchtkanaalverwarming wordt gestart, moet het ventilatiesysteem worden gecontroleerd op normaal werking om voldoende luchtstroom in het luchtkanaal te garanderen. Schakel vervolgens de kracht in en observeer of de verwarming normaal begint, of er abnormale geluiden of trillingen zijn.
2. Temperatuurcontrole: gebruik tijdens de werking van de verwarming een thermometer om de temperatuur in het luchtkanaal te meten, controleer of de temperatuur uniform stijgt en of deze de ingestelde temperatuurwaarde kan bereiken. Als de temperatuur ongelijk is of de ingestelde temperatuur niet kan bereiken, kan deze worden veroorzaakt door het falen van het verwarmingselement of een slechte ventilatie.
3. Controleerparametercontrole: controleer of de bedrijfsstroom, spanning en andere parameters van de verwarming binnen het normale bereik liggen. Als de stroom te hoog is of als de spanning abnormaal is, kan dit een fout in het elektrische systeem zijn en moet de machine tijdig worden gestopt voor inspectie.
Posttijd: Jan-02-2025