Is het nodig om isolatieverf op de bedradingsruimte van explosieveilige elektrische verwarmingstoestellen te spuiten?

Of de bedradingskamer van eenexplosieveilige elektrische kachelOf isolerende verf kan worden aangebracht, hangt af van een uitgebreide evaluatie van het specifieke explosieveilige type, de standaardvereisten en de werkelijke toepassingsscenario's.

luchtkanaalverwarmer voor verfbakruimte

I. Kernvereisten van standaardspecificaties

1. GB 3836.1-2021 (Algemene vereisten voor apparatuur in explosieve atmosferen)

Deze norm omvat de eisen voor stoffige omgevingen, maar legt geen verplichte regelgeving op voor het spuiten van isolatielak in bedradingskamers voor apparatuur van klasse II (zoalsexplosieveilige elektrische kachels).

Voor apparatuur van klasse I (ondergrondse kolenmijnen) moeten de binnenoppervlakken van metalen bedradingskamers worden gecoat met vlamboogbestendige verf (zoals 1320 epoxyporseleinverf) om gasexplosies door vlambogen te voorkomen. Er zijn echter geen specifieke eisen gesteld aan apparatuur van klasse II (omgevingen zonder kolenwinning, zoals chemische fabrieken, olie- en gasinstallaties, enz.).

2. Speciaal ontwerp van vlamvertragende (Ex d) apparatuur

De contactvlakken van de brandwerende behuizing moeten een fosfateringsbehandeling ondergaan en worden gecoat met roestwerende olie (zoals roestwerende olie 204-1) om afdichting en corrosiebestendigheid te garanderen. Hoewel roestwerende olie bepaalde isolerende eigenschappen bezit, is het geen speciale isolatieverf.

Als er sprake is van blootliggende geleiders of risico op doorslag in de bedradingsruimte, moet het ontwerp voldoen aan de normen (bijv. GB/T 16935.1) op het gebied van speling en kruipweg, in plaats van uitsluitend te vertrouwen op isolatielak.

3. Isolatievereisten voor apparatuur met verhoogde veiligheid (Ex e)

Verbeterde veiligheidsuitrusting moet ervoor zorgen dat er bij normaal gebruik geen vonken ontstaan. De isolatieprestaties van de bedradingsruimte zijn daarbij vooral afhankelijk van isolatiematerialen (zoals keramiek, epoxyhars) en de geleidermantel, en niet zozeer van de oppervlaktecoating van de kamer.

Indien het oppervlak van het isolatiecomponent beschadigd is, dient dit te worden gerepareerd met isolatieverf van dezelfde kwaliteit. Het is echter niet noodzakelijk om de gehele spouw te coaten.

II. Technische overwegingen bij praktische toepassingen

1. Functies en beperkingen van isolatielak

Voordelen: Isolerende verf kan de isolatiesterkte van het oppervlak verbeteren (bijvoorbeeld door vlamboogbestendigheid en lekkagepreventie), waardoor het bijzonder geschikt is voor omgevingen met een hoge luchtvochtigheid of stoffige omgevingen. Door bijvoorbeeld 20-30 μm epoxy-isolatieverf aan te brengen, kan de isolatieweerstand met meer dan 85% worden verhoogd.

Risico: Isolerende verf kan de warmteafvoer beïnvloeden. Bijvoorbeeld een explosieveiligeelektrische kachelOptimaliseert de warmteafvoer via koelopeningen en inerte gasvulling. Overmatig spuiten kan de thermische balans verstoren. Bovendien moet isolatieverf hoge temperatuurbestendigheidstests doorstaan ​​(bijv. boven 150 °C), anders kan deze falen.

2. Industriële praktijken en fabrikantenprocessen

Ex-stofdichte apparatuur: De meeste fabrikanten brengen een roestwerende primer (bijv. C06-1 ijzerrood alkydprimer) aan in de bedradingsruimte, maar isolerende verf is niet verplicht. Zo wordt in een bepaalde explosieveilige motoraansluitdoos een combinatie van "primer + vlamboogbestendige magnetische verf" gebruikt, waardoor de isolatie alleen in het aansluitgebied wordt versterkt.

Verhoogde veiligheidsuitrusting: Er wordt meer nadruk gelegd op de mechanische betrouwbaarheid van de geleiderverbindingen (bijvoorbeeld anti-losrakenklemmen) en de keuze van isolatiematerialen, terwijl spouwreiniging niet nodig is.

3. Aanvullende vereisten voor speciale scenario's

Omgevingen met veel corrosie (zoals kustgebieden of chemische industriële gebieden): Breng een corrosiewerende isolatieverf aan (bijv. keramische isolatiecoating ZS-1091) om zowel chemische bestendigheid als isolatie te garanderen.

Hoogspanningsapparatuur (bijv. boven 10 kV): Er moet anti-coronaverf met een geleidelijke dikte worden aangebracht om gedeeltelijke ontladingen te onderdrukken.

III. Conclusie en aanbevelingen

1. Verplichte spuitscenario's

Alleen de bedradingskamers van apparatuur van klasse I (voor ondergrondse kolenmijnen) hoeven verplicht te worden gecoat met vlamboogbestendige verf.

Als de explosieveilige prestaties van de apparatuur worden verbeterd door het aanbrengen van isolerende verf (bijvoorbeeld om te voldoen aan hogere IP-classificaties of corrosiebestendigheid), moet dit duidelijk worden vermeld in de certificeringsdocumenten.

2. Niet-verplichte maar aanbevolen scenario's

Voor apparatuur van klasse II wordt aanbevolen isolerende verf aan te brengen als aan de volgende omstandigheden wordt voldaan:

De bedradingskamer heeft een compacte ruimte, waarbij de elektrische speling of kruipweg de standaardlimiet nadert.

Hoge luchtvochtigheid (bijv. RV > 90%) of aanwezigheid van geleidend stof.

De apparatuur vereist een langdurige werking en is moeilijk te onderhouden (bijvoorbeeld bij een ondergrondse of afgesloten installatie).

Het is aan te raden om isolatieverf te kiezen die bestand is tegen hoge temperaturen (≥135°C) en sterk hecht (zoals epoxypolyesterverf) met een dikte van 20-30 μm om de isolatie en warmteafvoer in evenwicht te brengen.

3. Proces en verificatie

Voordat er kan worden gespoten, moet de holte worden gezandstraald (kwaliteit Sa2.5) om de hechting van de verflaag te garanderen.

Na voltooiing moeten de isolatieweerstand (≥10MΩ) en de diëlektrische sterkte (bijv. 1760V/2min) worden getest en moet de zoutneveltest (bijv. 5% NaCl-oplossing, 1000 uur zonder roesten) worden doorstaan.

verfkamer kanaalverwarming

Wilt u meer weten over ons product, neem dan contact met ons op.Neem contact met ons op!


Plaatsingstijd: 09-10-2025