De werking van een thermische oliekachel

1. De bedieners van elektrische thermische oliekachels dienen een opleiding te volgen over de kennis van elektrische thermische oliekachels en dienen te worden geëxamineerd en gecertificeerd door de plaatselijke organisaties die toezicht houden op de veiligheid van ketels.

2. De fabriek moet de bedrijfsvoorschriften voor de elektrische oliegestookte warmtegeleidingsoven opstellen. De bedrijfsvoorschriften omvatten de bedrijfsmethoden en aandachtspunten, zoals het starten, laten werken, stoppen en noodstops van de elektrische oliegestookte oven. Operators moeten volgens de bedrijfsvoorschriften werken.

3. De leidingen binnen het bereik van de elektrische stookoliekachel moeten geïsoleerd zijn, met uitzondering van de flensverbinding.

4. Tijdens het ontstekingsproces en de drukverhoging moet de uitlaatklep van de ketel meerdere keren worden geopend om de gemengde lucht, het water en de organische warmtedragers af te voeren. Wanneer de temperatuur en druk van de verwarmer in de gasfaseoven overeenkomen, moet de uitlaat worden gestopt en moet de normale werking worden hervat.

5. De thermische oliekachel moet vóór gebruik worden gedehydrateerd. Verschillende warmteoverdrachtsvloeistoffen mogen niet worden gemengd. Indien mengen vereist is, dienen de mengvoorwaarden en -vereisten door de fabrikant te worden opgegeven vóór het mengen.

6. De restkoolstof, zuurtegraad, viscositeit en het vlampunt van de gebruikte organische warmtedrager dienen jaarlijks te worden geanalyseerd. Indien twee analyses mislukken of het gehalte aan afgebroken componenten van de warmtedrager meer dan 10% bedraagt, dient de warmtedrager te worden vervangen of geregenereerd.

7. Het verwarmingsoppervlak van de elektrische stookoliekachel moet regelmatig worden geïnspecteerd en gereinigd. De inspectie- en reinigingssituatie moet in het technisch dossier van de ketel worden opgeslagen.


Plaatsingstijd: 31-01-2023